top of page

Wat vraag je nu eigenlijk? Over vragen stellen bij teksten.

  • Foto van schrijver: Inez Özden
    Inez Özden
  • 15 dec 2022
  • 3 minuten om te lezen

“Leerlingen werken op school heel vaak met bronnen. Aan de hand van goedgekozen vragen proberen leraren in verschillende vakken kennis op te bouwen met hun klas. Ook op evaluatiemomenten nemen teksten een belangrijke plaats in. Vragen zorgen ervoor dat leerlingen met de inhoud van bronnen aan de slag gaan en laten een leraar toe te controleren of de leerling alles begrepen heeft. Tegelijkertijd stellen leraren bij het werken met bronnen heel wat vragen over woordenschat en proberen ze het leesproces te begeleiden”, aldus Bombeke (z.d.).


Dit artikel viel mij onmiddellijk op omdat de inhoud van het artikel relevant is voor mijn onderwijsvakken: Nederlands én geschiedenis. Ik vond dit artikel zo interessant en bruikbaar dat ik de zeven kenmerken die Bombeke geeft voor goede vragen bij teksten hieronder heb gezet.


Goede vragen wekken nieuwsgierigheid op

Echte cases, problemen of situatieschetsen zijn boeiende startpunten om leerlingen gemotiveerd en actief met de inhoud van bronnen te laten omgaan. Deze manier van lezen sluit ook sterk aan bij hoe we in het dagelijks leven met informatie omgaan: we lezen immers om dingen te weten te komen, iets bij te leren, een antwoord op een bepaald probleem te vinden of verder te raken als we vastzitten (Bombeke, z.d.).


Goede vragen kun je niet beantwoorden door een stukje uit de tekst te kopiëren

Hoe doe je dat concreet?

  • Vermijd vragen waarbij leerlingen op zoek moeten gaan naar één woord of zin in de tekst;

  • Stel zoveel mogelijk vragen die verbindingen of opsommingen uitlokken, beginnend met waarom, welk(e) en hoe;

  • Begrijpen is een eerste stap. Laat leerlingen echter diepgaand aan de slag gaan met teksten: vraag hun om de essentie van een passage te formuleren, laat hen op basis van een tekst relaties tussen begrippen benoemen of laat leerlingen uit een reeks van vier begrippen de vreemde eend selecteren (Bombeke, z.d.).


Goede vragen laten leerlingen informatie uit verschillende teksten samenbrengen

Peilingsproeven geven aan dat leerlingen aan het einde van het secundair onderwijs sterk zijn in het gericht terugvinden van informatie uit een bron. Ze scoren minder goed op het vergelijken van informatie uit verschillende bronnen. Nochtans is dat net hoe mensen in het dagelijkse leven met informatie omgaan. Het is ook een niet te onderschatten vaardigheid om te slagen in het hoger onderwijs.


Goede vragen komen voor de bron

In handboeken, op toetsen en in eigen cursussen van leraren staat visueel vaak eerst een tekst afgedrukt met daarna enkele vragen. In de onderwijs praktijk geven leraren het tegenovergestelde advies: lees eerst de vragen, dan weet je waar je op moet letten bij het lezen. En dat advies is goed: door leerlingen eerst een opdracht, boeiende vraag of taak te geven, hebben ze een concreet leesdoel. Dat maakt het lezen functioneel. Bovendien zal een prikkelende opdracht het denken van leerlingen in gang zetten, waardoor ze voorkennis activeren en meteen in een juist denkkader komen om nieuwe informatie te verwerven. Kortom: eerst de vragen, dan pas de tekst (Bombeke, z.d.).


Goede vragen lokken interactie uit

Ze zorgen voor gesprekken tussen leerlingen onderling en tussen een leraar en de klas. Hierbij staat niet alleen de inhoud van de tekst centraal, maar ook hoe de tekst is opgebouwd en welke begrippen nieuw of moeilijk zijn voor leerlingen. Krachtige leesvragen laten leerlingen in groep samen een antwoord opbouwen waarbij ze in discussie gaan over een tekst of elementen uit verschillende teksten samenbrengen (Bombeke, z.d.).


Goede vragen zijn duidelijk en helder geformuleerd

De vragen zijn zowel qua woordkeuze en formulering als qua denkniveau aangepast aan de leerlingen. Vraag door of bouw ondersteuning in op basis van reacties van leerlingen. Dit betekent niet dat alle leerlingen op elk moment met dezelfde vragen bezig zijn: het is perfect mogelijk om leerlingen vragen op een verschillend denkniveau te geven (toepassen, analyseren of evalueren) of om sommige leerlingen meer ondersteuning te geven (Bombeke, z.d.).


Goede vragen zijn tekstonafhankelijke vragen

Vragen die polsen naar de inhoud van teksten zijn zinvol. Toch zijn vragen die breder geformuleerd zijn heel boeiend. Vragen als ‘Is deze bron betrouwbaar?’, ‘Kun je een toepassing van dit principe terugvinden in het dagelijkse leven?’ en ‘Wat is de waarde of het belang van dit principe of deze uitvinding?’ laten leerlingen nadenken en gaan verder dan het louter terugvinden van details in een bron. Het voordeel van deze vragen is ook dat ze op heel wat teksten van toepassing zijn, waardoor leerlingen dezelfde vragen kunnen beantwoorden vanuit verschillende bronteksten. Dit maakt differentiatie mogelijk naar inhoud, interesse van leerlingen en moeilijkheidsgraad van het bronmateriaal. Voor een leerkracht heeft dit het bijkomende voordeel dat de voorbereiding van een les waarin teksten centraal staan veel duurzamer wordt. Ook als hij ervoor kiest om met andere teksten aan de slag te gaan, moet hij de les niet helemaal van nul opnieuw opbouwen (Bombeke, z.d.).


Bron: Bombeke, G. (z.d.). Wat vraag je nu eigenlijk? Over vragen stellen bij teksten. Op tijdschriftfons.be [Website]. Geraadpleegd via https://frisonderwijsnederlands.files.wordpress.com/2021/05/fons_6_4_bombeke.pdf

Opmerkingen


©2022 by Inez Özden

bottom of page